2425 - DIFVER-T1: Uitwerkingen#
Opgave 1 (2 punten)#
Antwoord
Uitwerking
De orde van de DV is de grootste afgeleide van \(x\) naar \(t\). \(\quad {\color{blue} \text{(1p)}}\) Dat is \(\dfrac{d^5x}{dt^5}\), dus de DV is van de 5e orde. \( \quad {\color{blue} \text{(1p)}}\)
Opgave 2 (3 punten)#
Antwoord
Uitwerking
Omschrijven naar de standaard vorm levert:
Deze vorm komt overeen met de standaardvorm voor een lineaire DV. \(\quad {\color{blue} \text{(1p)}}\) De lineaire DV is ongelijk aan 0 dus inhomogeen. \(\quad {\color{blue} \text{(1p)}}\)
Opgave 3 (8 punten)#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.
\(y-3 = 0\) voldoet aan de dv, dus
Opgave 4 (6 punten)#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.
dus,
Opgave 5 (11 punten)#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
De waarde voor \(\lambda =-\dfrac{6}{7}\) invullen in de homogene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V. Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
Hieruit volgt:
\(C_1\) invullen geeft:
\(C_2 \) invullen geeft:
De waardes voor \(C_1\), \(C_2\) invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
Opgave 6 (11 punten)#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Dus,
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
Dus de discriminant is,
De oplossingen van de karakteristieke vergelijking zijn:
Hieruit volgt dat \(p=0\) en \(q=\sqrt{5}\)
De waarde voor \(p\) en \(q\) invullen in de algemene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V. Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Dus,
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
Hieruit volgt:
De waardes voor \(C_1\) en \(C_2\) invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
Opgave 7 (17 punten)#
Antwoord
Uitwerking
Voor een RL-kring geldt:
De gegevens invullen in de DV geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda t} \neq 0 \) dus,
De waarde voor \(\lambda =-10\) invullen in de homogene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V. Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
Hieruit volgt:
\(C_2 \) invullen geeft:
\(C_1 \) invullen geeft:
De waardes voor \(C_1\), \(C_2\) invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De gegeven voorwaarden gebruiken om C te bepalen. \(I(0) = 2\)
Dus invullen geeft:
Hieruit volgt:
Dus C invullen in de totale oplossing geeft:
Opgave 8 (10 punten)#
Antwoord
Uitwerking
Voor een massa-veer-systeem geldt:
De gegevens invullen in de D.V. geeft:
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Dus,
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
Dus de discriminant is,
De oplossingen van de karakteristieke vergelijking zijn:
Hieruit volgt dat \(p=0\) en \(q=8\)
De waarde voor \(p\) en \(q\) invullen in de homogene oplossing geeft;
De gegeven voorwaarden gebruiken om \(C_1\) en \(C_2\) te bepalen, \(u(0) = 0.05\) en \(u'(0) = 0\)\ \
Dus invullen geeft:
Hieruit volgt:
\(C_1 \) invullen geeft:
Hieruit volgt:
Dus \(C_1\) en \(C_2\) invullen in de totale oplossing geeft: