6.3 Opgaven#

Opgave 6.1#

Bepaal de stroomsterkte \(I(t)\) in een RLC-netwerk als de volgende parameters zijn gegeven:

\(R = 20\)\(\Omega\), \(L=1\)H, \(C =0.1\)F, \(U(t)=100\)V, \(I(0)=0.0\)A en \(I'(0)=1.0\)A/s

Opgave 6.2#

Bepaal de stroomsterkte \(I(t)\) in een RLC-netwerk als de volgende parameters zijn gegeven:

\(R = 50\)\(\Omega\), \(L=5\)H, \(C =2\)F, \(U(t)=24 \cos(t)\)V, \(I(0)=0.5\)A en \(I'(0)=1.0\)A/s

Opgave 6.3a#

Beschouw een serieschakeling van een spanningsbron, een spoel met zelfinductie L en een condensator met capaciteit C.

Stel een differentiaalvergelijking op die gebruikt kan worden om de lading van de condensator q(t) te bepalen.

Opgave 6.3b#

Bepaal de lading van de condensator, \(q(t)\) in een LC-netwerk als de volgende parameters zijn gegeven:

\(L= 2 \)H, \(C = 0.1 \)F, \(U(t)=12\)V, \(q(0)=0.0\)C en \(I(0)=1.0\)A

Opgave 6.3c#

Bepaal de lading van de condensator, \(q(t)\) in een LC-netwerk als de volgende parameters zijn gegeven:

\(L= 0.2 \)H, \(C = 0.5 \)F, \(U(t)=10cos(5t)\)V, \(q(0)=0.0\)C en \(I(0)=1.0\)A