Uitwerkingen#
Opgave 1#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.
\(y = 0\) voldoet aan de dv, dus
Opgave 2#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
De waarde voor \(\lambda =3\) invullen in de homogene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V.
Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
Hieruit volgt:
\(A \) invullen geeft:
De waardes voor \(A\), \(B\) en invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
Opgave 3#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
Als algemene oplossing voor de D.V. stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
De waarde voor \(\lambda =-\dfrac{7}{4}\) invullen in de algemene oplossing geeft;
Opgave 4#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.
Opgave 5#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Dus,
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
Dus de discriminant is,
De oplossingen van de karakteristieke vergelijking zijn:
Hieruit volgt dat \(p=-1\) en \(q=\sqrt{7}\)
De waarde voor \(p\) en \(q\) invullen in de algemene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V.
Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
Hieruit volgt:
\(B \) invullen geeft:
\(A \) invullen geeft:
De waardes voor \(A\), \(B\) invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
Opgave 6#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
Als algemene oplossing voor de D.V. stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
De waarde voor \(\lambda =\dfrac{2}{3}\) invullen in de algemene oplossing geeft;
Opgave 7#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
De waarde voor \(\lambda =-\dfrac{3}{2}\) invullen in de homogene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V.
Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
Hieruit volgt:
\(B \) invullen geeft:
\(A \) invullen geeft:
De waardes voor \(A\), \(B\) invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
Opgave 8#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Dus,
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
Dus de discriminant is,
De oplossingen van de karakteristieke vergelijking zijn:
Hieruit volgt dat \(p=1\) en \(q=3\)
De waarde voor \(p\) en \(q\) invullen in de algemene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V.
Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
Hieruit volgt:
\(A \) invullen geeft:
De waardes voor \(A\), \(B\) invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
Opgave 9#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
De waarde voor \(\lambda =\dfrac{3}{4}\) invullen in de homogene oplossing geeft;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V. Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
De waardes voor \(A\), invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
Opgave 10#
Antwoord
De algemene oplossing van de differentiaalvergelijking is:
Uitwerking
Bepaal analytisch de algemene oplossing van de volgende differentiaalvergelijking.
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.
De homogene D.V. wordt:
Als oplossing voor de homogene D.V. stel:
Dus,
Invullen in de D.V. geeft:
De vergelijking moet gelden voor alle waardes van C dus ook voor \(C \neq 0\). \ Verder geldt dat \(e^{\lambda x} \neq 0 \) dus,
De D is groter dan 0 dus,
dus \(\lambda_1 = -3\) en \(\lambda_2 = -3\)
De waarde voor \(\lambda_1\) en \(\lambda_2\) invullen in de algemene oplossing, omdat \(\lambda_1 = \lambda_2\) gelijk zijn wordt de algemene oplossing;
Kies als vorm voor de particuliere oplossing een vorm die gelijk is aan het rechterlid van de D.V.
Als vorm voor de particuliere oplossing stel:
Invullen in de D.V. geeft:
De co”effici”enten moeten links en rechts gelijk zijn dus volgt:
De waardes voor \(A\) invullen in de particuliere oplossing geeft:
De algemene oplossing bestaat uit een optelling van de homogene oplossing en de particuliere oplossing.