2.2 Methode#
Theorie
De vergelijking kan vervolgens worden opgelost door beide zijden te integreren en indien nodig de vergelijking te herschrijven zodat een expliciete uitdrukking voor \(y\) volgt.
Voorbeeld 1: Scheiden van variabelen
Los de volgende differentiaalvergelijking op:
Deze vergelijking heeft de vorm \(\dfrac{dy}{dx} = p(x)q(y)\) dus kan opgelost worden met scheiden van variabelen.
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.
Uit het integreren volgt geen directe formulering voor \(y\) als functie van \(x\). De laatste uitdrukking zal dus nog herschreven moeten worden:
Duidelijk is dat \(\pm e^{C_3}\) alle waarden kan aannemen behalve \(0\). Ga na dat \(y = 0\) ook een oplossing is van de differentiaalvergelijking.
\(y = 0\) voldoet aan de dv, dus
Voorbeeld 2: Scheiden van variabelen
Los het volgende beginvoorwaardeprobleem op:
Deze differentiaalvergelijking kan opgelost worden met scheiden van variabelen:
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.
De beginvoorwaarde gebruiken voor het vinden van de constante C.
Er geldt \(y(0)=0\) dus,
De constante invullen in de gevonden algemene oplossing geeft;
Oefening 1
Los de volgende differentiaalvergelijking op:
Uitwerking
Los de volgende differentiaalvergelijking op:
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.
Oefening 2
Toon van de volgende differentiaalvergelijking aan of deze opgelost kan worden met scheiden van variabelen.
Uitwerking
Toon van de volgende differentiaalvergelijking aan of deze opgelost kan worden met scheiden van variabelen.
Alle variabelen met een \(y\) naar links en variabelen met een \(x\) naar rechts.
Aan beide kanten de integraal nemen naar \(dx\).
De integraal \(\dfrac{dy}{dx}dx\) vereenvoudigen tot \(dy\).
De primitieven nemen van beide kanten.